Het Oranjekanaal in Drenthe geniet al jaren landelijke bekendheid omdat daar allerlei exotische invasieve waterplanten te vinden zijn. Nu valt dat in de praktijk qua soorten wel mee, maar het is een feit dat twee lastposten zich daar elk jaar weer explosief ontwikkelen: ongelijkbladig vederkruid en waterwaaier. 

Auteurs: Maarten Zonderwijk (WVS), Gert Meijering (WVS), Gerrit Jan v Dijk (WDOD) en Roelf Pot.

De exotische waterplanten zorgen met regelmaat voor problemen met de aan- en afvoer van water, voor de recreatie (sportvissers, kano’s en plank peddelaars) en natuurlijk voor de inheemse planten. Erg lastig is het dat de kleinste stukjes van deze planten zich met het water mee verspreiden en geschikte open plekken, zoals zijwaterlopen, koloniseren, om daar dan ook voor problemen te zorgen... Qua beheer en onderhoud heeft het kanaal twee verschillende waterschappen als beheerder: WDO-Delta aan de westkant en Vechtstromen aan de oostkant.

Experimenten

In 2006 begon het probleem in het Oranjekanaal, vooral in het stuk tussen Odoornerveen en Orvelte. Het waterschap (toen nog Velt en Vecht) zette de maaiboot in, maar het resultaat was steeds kortdurend. In 2012 werd besloten om in het kanaal ten oosten van Orvelte voortaan alleen een middenbaan intensief te maaien, zodat het watertransport in elk geval mogelijk bleef. In 2017 besloot Sportvisserij Groningen Drenthe, om met toestemming van het waterschap, zelf het gespecialiseerde bedrijf Harkboot in te zetten, op een paar plekken die voor sportvissers het belangrijkst waren. Het werkmodel van dat bedrijf is een hark-vormig gereedschap dat achter een boot door de waterbodem wordt getrokken. De planten worden door de harkboot inclusief wortels losgewoeld uit de bodem en komen bovendrijven. Het drijvende materiaal wordt in een tweede werkgang verzameld met een voorlader op dezelfde of op een extra boot en op de oever gezet of met een kraan vanaf de kant uit het water geschept. In het gedeelte ten westen van Orvelte was in 2012 een kraan ingezet om de planten met wortel en al vanuit de oever te verwijderen, waarna de hergroei werd bijgehouden met een maaiboot met veegmes.

De twee waterschappen zijn na 2017 gezamenlijk verder gegaan met maaiproeven, variërend met apparatuur en de juiste timing. Het geheel werd begeleid en geëvalueerd door ecologisch adviesbureau Roelf Pot. Omdat de twee exoten snelle groeiers in voedselrijk water zijn, was het belangrijk om de planten op het meest geschikte moment van het jaar met wortel en al te verwijderen uit een zo groot mogelijk deel van het profiel. . Uitgebreide rapportages daarover zijn op internet te vinden, op de naam van het kanaal of genoemd bureau.

Grote ingreep

In 2021 werd gekozen voor een eenmalige grote aanpak met de harkboot, en dat over de gehele lengte. De resultaten waren goed. De planten waren in verreweg het grootste deel van het profiel verwijderd. Natuurlijk krijg je nooit alles weg en blijven er kleine plukjes achter, die hun kans afwachten. Door de systematische aanpak, het zeer zorgvuldig afvoeren van maaisel en de schaal was het aantal los drijvende plukjes echter beperkt.

Zo’n grondige verwijderactie had zich na 2017 in het traject bij Orvelte al bewezen: hierdoor wisten we al dat de hergroei tot grote dichtheden een paar jaar vraagt. Dus dat betekent dat je even tijd krijgt, om de nieuwe planten goed te monitoren en dan kort te houden. Dat bijhouden op een lage dichtheid bleek in het stuk ten westen van Orvelte na 2012 ook mogelijk met een maaiboot. Maar ook daar werd een veegmes gebruikt om de ontwikkeling van de wortels vanuit de ondiepe delen naar het midden zo veel mogelijk dwars te zitten.
Het gevaar zit hem vooral in hoekjes bij kunstwerken. Niet alleen miste de harkboot daar soms planten, ook waren dit dé plekken waar los drijvende plukjes het gemakkelijkst weer aanslaan. De laatste zijn vaak nog in handkracht te verwijderen. Vechtstromen heeft ook een monitoringsplan waarbij iedere maand de groeistadia van de exoten worden geschat. Op basis van de monitoringsresultaten wordt elk jaar bepaald in welke delen van het Oranjekanaal moet worden geharkt met de harkboot om nieuwe grote uitbraken in een vroeg stadium te smoren.

Wat hebben we samen bereikt?

Door de proef met de verschillende maaimethoden zijn we tot de conclusie gekomen dat de harkmethode kostbaar, maar ook de meest effectieve methode is, gevolgd door elke zomer monitoren en handmatig plukken verwijderen. Het effect is echter vooral om van de geheel overwoekerde situatie terug te keren naar een beperkte waterplantenbegroeiing. Van definitieve verwijdering is echter geen sprake, het is een methode om de exoten beheersbaar te houden. Die lage dichtheid is veel gemakkelijker te handhaven, maar dat moet dan wel gebeuren. De plannen voor 2024 zijn dat waterschap Vechtstromen het werk met de maaiboot gaat aanbesteden op basis van ca. 5km harken per jaar. Het kanaalonderhoud aan de kant van WDO Delta gaat inmiddels al 10 jaar goed met twee keer per jaar veegboot. Het probleem is hier ook vóór 2012 minder explosief geweest dan in het oostelijke deel, en over veel kleinere afstanden. Maar ook daar is de aanpak dus om de wortels te raken en de planten op een lage dichtheid te houden.

1. cabomba small2. cabomba small
Illustratie: Waterwaaier, twee beelden onder water (foto Maarten Zonderwijk)

3. ongelijkbladig vederkruid small4. ongelijkbladig vederkruid small

Illustratie: Ongelijkbladig vederkruid, bij onderhoud op de kant gebracht (foto Maarten Zonderwijk)

Literatuur, waarvan de linkjes ook elders in de plaagplantensite komen: